Een patiënt valt in slaap in de tandartsstoel ondanks de angst voor een komende ingreep. Een schijnbaar onopvallende handeling, maar voor tandartsen die bekend zijn met het laatste slaaponderzoek is dit een indicatie van een levensbedreigende aandoening. In een onderzoeksrapport dat is gepubliceerd in het Journal of the American Dental Association hebben onderzoekers van Rutgers Health tandartsen aangewezen als onverwachte spelers in de strijd tegen levensbedreigende slaapstoornissen.
Het onderzoek toont aan dat tandartsen unieke mogelijkheden hebben om te screenen op aandoeningen zoals obstructieve slaapapneu, een aandoening die miljoenen mensen treft en in verband wordt gebracht met ernstige gezondheidsrisico’s, waaronder hart- en vaatziekten en neurodegeneratie. Het onderzoek spoort tandartsen ook aan om verder te kijken dan tanden en tandvlees naar de gezondheid van hun patiënten.
Hoe de tandarts kan helpen bij het herkennen van tekenen van gevaarlijke slaapstoornissen
Tandartsen kunnen de eerste verdedigingslinie zijn bij het opsporen van slaapstoornissen, volgens Davis Thomas, klinisch hoofddocent aan de Rutgers School of Dental Medicine en hoofdauteur van het onderzoek. Ze herkennen de symptomen vaak lang voordat artsen dat doen. Tandenknarsen, tongrollen of zelfs een patiënt die in de tandartsstoel in slaap valt, kunnen vroege indicatoren zijn dat er meer aan de hand is. Veel gevallen van obstructieve slaapapneu worden niet gediagnosticeerd, maar tandartsen kunnen een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van dit aantal.
Het rapport noemt verschillende belangrijke indicatoren waar tandartsen tijdens het onderzoek op moeten letten, waaronder vergrote kaakspieren, uitgeholde tongranden, witte lijnen op de wangen, beperkt zicht op de keel, slijtagepatronen op de tanden en kleine barstjes op de tanden.
Deze fysieke tekenen, in combinatie met de voorgeschiedenis van de patiënt en eenvoudige screeningsinstrumenten, kunnen tandartsen helpen om risicopatiënten met een nauwkeurigheid tot 80 procent te identificeren. Een ander zorgwekkend teken is volgens de auteurs van het onderzoek bruxisme, beter bekend als tandenknarsen. In tegenstelling tot wat al lang wordt aangenomen, suggereren de onderzoeken dat tandenknarsen vaak een symptoom is van onderliggende slaapproblemen, in plaats van een afzonderlijk probleem dat wordt veroorzaakt door verkeerd uitgelijnde tanden.
Door de neurowetenschappelijke basis van slaapstoornissen te begrijpen, is het volgens Thomas mogelijk om een uitgebreidere behandeling te bieden en mogelijk ernstige complicaties voor de gezondheid te voorkomen.
Deze verandering in perspectief kan verstrekkende gevolgen hebben. Door patiënten die risico lopen op slaapstoornissen te identificeren, kunnen tandartsen vroegtijdig ingrijpen, waardoor complicaties zoals hoge bloeddruk, hartaandoeningen en beroertes mogelijk worden voorkomen. Om deze bevindingen te implementeren, stellen Thomas en zijn team een eenvoudig protocol voor tandartspraktijken voor: Neem slaapgerelateerde vragen op in medische anamneseformulieren.
Andere aanbevelingen zijn onder andere het trainen van tandartsen om fysieke tekenen van slaapstoornissen te herkennen en het gebruik van gevalideerde screeningsinstrumenten zoals de STOP-BANG vragenlijst(snurken, vermoeidheid, waargenomen apneu, bloeddruk, body mass index, leeftijd, nekomtrek, geslacht), die screent op obstructieve slaapapneu, evenals het opzetten van verwijzingsnetwerken met slaapartsen. Thomas raadt tandartsen die slaaponderzoek in hun praktijk willen introduceren aan om te beginnen met bijscholing.
Slaapbruxisme kan de gewrichten beschadigen
Eerder onderzoek heeft al aangetoond hoe gevaarlijk nachtelijk tandenknarsen en klemmen van de boven- en onderkaak is. Slaapbruxisme kan namelijk een aantal gevolgen hebben voor de gezondheid. De vraag of slaapbruxisme verband houdt met de ontwikkeling of progressie van temporomandibulaire gewrichtsaandoeningen is controversieel in de tandheelkundige wetenschap.
Een onderzoek aan de Universiteitskliniek voor Tandheelkunde van de Medische Universiteit van Wenen toonde aan dat bepaalde tandvormen en tandstanden zeker kunnen leiden tot TMJ-problemen als gevolg van bruxisme.
Ongeveer 15% van de bevolking knarst met zijn tanden tijdens de slaap. Het probleem komt vooral voor bij jongere mensen. De vaak immense druk die wordt uitgeoefend op de tandoppervlakken en de kaak kan verschillende gezondheidsproblemen aan het gebit veroorzaken en kan ook leiden tot pijn in de kaakspieren en hoofdpijn. Onderzoekers onder leiding van Benedikt Sagl van de afdeling Tandheelkunde van de Medische Universiteit van Wenen hebben onderzocht of bruxisme tijdens de slaap ook een negatief effect kan hebben op de structuren van de temporomandibulaire gewrichten. Hun onderzoek is gebaseerd op de theorie dat bepaalde combinaties van tandvorm en -positie tijdens het tandenknarsen invloed hebben op de mechanische belasting van het temporomandibulaire gewricht en daarom beschouwd kunnen worden als een risicofactor voor TMJ-aandoeningen.
Hellingshoek en positie van de tanden
De studies werden uitgevoerd met behulp van een modern computermodel van het kauwgebied, dat bot-, kraakbeen- en spierstructuren omvat.
Dergelijke computermodellen kunnen worden gebruikt om onderzoeksvragen te onderzoeken wanneer direct onderzoek bij patiënten om ethische redenen niet haalbaar is. Het onderwerp van het onderzoek was de interactie van twee factoren die samenkomen in het fenomeen bruxisme. De eerste factor is de vorm van de aangetaste tand, meer precies de hellingshoek van de tandkusp die in contact komt met zijn tegenhanger tijdens het tandenknarsen. De tweede factor is de locatie van het tandcontact (het zogenaamde slijtagefacet) tijdens een dynamische slijpbeweging, waarmee het onderzoeksteam rekening hield. Het onderzoek simuleerde de effecten van lateraal slijpen op de eerste molaar en hoektand met zes verschillende hellingshoeken van het slijtagefacet, wat resulteerde in een totaal van twaalf gesimuleerde scenario’s. Volgens de onderzoekers tonen de resultaten aan dat zowel de inclinatie als de positie van de slijtfacetten invloed hebben op de sterkte van de mechanische belasting op het temporomandibulaire gewricht.
De steilheid van het slijpfacet blijkt echter doorslaggevend te zijn. Hoe vlakker de tand, hoe hoger de belasting op het gewricht en dus het risico op een TMJ-stoornis, terwijl als de tandkuspen die betrokken zijn bij bruxisme een steilere hellingshoek hebben, de berekende gewrichtsbelasting lager was, zelfs bij dezelfde “knarskracht” (bruxing force). Verder onderzoek en klinische studies zullen nu duidelijk maken of deze bevindingen kunnen worden meegenomen in de ontwikkeling van therapeutische maatregelen tegen slaap bruxisme.